Impact maken for society

Fontys Mens en Maatschappij

Zo deden ze dat bij Mens & Maatschappij in 2023

In het hart van de maatschappij samen leren en onderzoeken met professionals van de toekomst, daar zetten de 7 samenwerkende Mens & Maatschappij instituten zich in. Hun directeuren delen één visie: impact maken doe je niet alleen voor, maar juist met de maatschappij samen. In 4 programma’s én een lectoraat werken studenten, docenten en het werkveld grensoverstijgend samen met de maatschappij om oplossingen te vinden voor maatschappelijke uitdagingen. De vier programma’s en het lectoraat hebben ieder een aandachtsgebied en rapporteren twee keer per jaar aan de samenwerkende directeuren. Olivia Kramers (directeur HRM&TP), Thom Rutten (directeur Paramedisch), Marleen Drabbels en Stephan Pauly (strategisch adviseurs Mens & Maatschappij) blikken terug op 2023 en bespreken hun wensen voor 2024, waar staan ze in de samenwerking en als een van de uitwerkingen van Fontys For Society en wat hopen ze nog te bereiken?

Studenten bij PW de Achtste Barrier

Hoe geven jullie vorm aan deze samenwerking?

Thom: “We zijn met deze samenwerking begonnen, omdat we van elkaar wilden leren. We waren veel aan het overleggen en er werden losse acties uitgevoerd, maar daarmee maakten we geen impact.”

Olivia: “We hebben een gezamenlijke drive om transdisciplinair samenwerken meer vorm te geven. We werken over de kolommen heen en in praktische zin blijven we tegen dingen aanlopen. Daar gaan we in 2024 verder mee aan de slag. Zo hebben we de eerste stappen gezet om verbinding te leggen met de KC en CoE’s. Zij zijn een mooi vehikel om onze onderzoeksvragen te borgen en te versnellen. Het komende jaar onderzoeken we hoe we deze verbinding nog sterker kunnen maken.”

Marleen: “Over kolommen heen samenwerken betekent intern dat we als kennisinstelling met verschillende disciplines samenwerken, en extern dat we ervaringskennis van mensen volwaardig inzetten in de regie van een vraagstuk. Dat vereist een mindset shift, en misschien wel het allerbelangrijkste, een andere manier van handelen. Het begint bij jou als individu, maar uiteindelijk kunnen we alleen samen institutionele barrières doorbreken. In onze programma’s krijgen deze vragen vorm en richting.”

Stephan: “Door aansluiting te zoeken bij inwoners met de grootste afstand tot de maatschappij. We zijn op zoek naar hun stem en kijken hoe we van hen kunnen leren. Wat zij te vertellen hebben is waardevol en in hun leven kunnen we impact maken. Maar dat kan alleen als we over onze eigen discipline heen samen werken, leren en onderzoeken. Het op deze manier aanvliegen van maatschappelijke vraagstukken is uniek. We hebben de antwoorden niet, maar hebben wel de route uitgestippeld om er te komen.”

Wat is de rol van directeuren in dit samenwerkingsverband?

Thom: “Onze rol als directeuren is het afgelopen jaar gegroeid. We voelen allemaal: ‘hier hebben we samen iets in te doen’ en we zijn ook scherper op elkaar. Er moet wel iets geleverd worden en daar zijn wij als directeuren medeverantwoordelijk voor, we spreken elkaar daar ook op aan. Onze drive komt vanuit onze eigen motivatie en gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid. We hebben geen externe prikkel om dit te doen, maar willen dit graag zelf. Dat doet soms pijn en kost soms moeite, maar we blijven doorgaan. We zitten op de goede weg, maar hebben hier ook in 2024 stappen in te maken.”

Olivia: “Bijzonder vind ik het dat we (de 7 samenwerkende instituten) onder druk staan wat betreft teruglopende studentenaantallen en werkdruk, maar dat we ons toch onverminderd in blijven zetten voor transdisciplinair samenwerken. Ook al krijgen we er soms discussie over, we delen een visie over de toekomst van onze professionals, onderwijs en onderzoek en we willen impact maken. Dit is iets wezenlijks en daar zetten we ons voor in.”

Stephan: “Wat mij opvalt als ik terugkijk naar 2023 is dat de M&M directeuren het afgelopen jaar naar binnen toe zijn gaan bouwen. Ze zijn in hun eigen instituut aan de slag gegaan met de vraag ‘wat hebben wij hier als instituut in te doen’. Ik vind het dapper dat ze daarvoor kiezen.”

Hoe houden jullie verbinding met de programma’s en de professionele werkplaatsen (PW)?

Olivia: “We houden verbinding met onze PW door er regelmatig binnen te stappen. We vergaderen op locatie en ook het CvB is langs geweest. Zo zien, ruiken, horen en proeven we wat daar leeft. We praten niet over, we praten met de PW. We vragen ook altijd aan studenten hoe deze manier van samenwerken hen bevalt. Het mooie is dat zij het heel normaal vinden. Als ik hen ernaar vraag dan halen ze hun schouders op, het voelt voor hen natuurlijk om ieder in hun kracht te zetten.”

Thom: “Wat we binnen de Stap naar Gezonder doen, dat is mijn ambitie. Samenwerken in communitylijnen en aansluiten bij dingen die spelen in de wijk. De bewonersparticipatie die we in Achtste Barrier hebben gerealiseerd is daar een mooi voorbeeld van en wat mij betreft stimuleert deze manier van werken het om van elkaar te leren en te onderzoeken. Ik zie in de Stap meer dan een project, het is een methode om samen te werken aan dingen die er echt toe doen.”

Marleen: “Transdisciplinair samenwerken kan in elke omgeving. Ook een op het oog monodisciplinaire samenwerking tussen bijvoorbeeld een professional in een zorgberoep en een cliënt kan transdisciplinair. In een zorgcontext werk je uiteindelijk allemaal samen, als behandelaren en met cliënten. Inclusief en divers handelen speelt hierin een essentiële rol, wat is jouw perceptie van of oordeel over je cliënt? En heeft dat effect op de manier waarop je verbinding maakt? Transdisciplinair samenwerken klinkt groots, maar is eigenlijk heel basaal. Hoe werk je in volwaardigheid samen, met iedereen.”

Thom: “Voor studenten van Fontys Paramedisch is deelnemen aan een PW binnen de Stap niet altijd voor de hand liggend. Ze volgen een studie voor een specifiek zorgberoep en praktijkervaring opdoen in maatschappelijke context is niet wat het eerste in hen opkomt. Gelukkig zien steeds meer studenten de meerwaarde van samenwerken in een transdisciplinaire PW. De kracht binnen de Stap zit hem juist in het samenwerken met mensen uit de omgeving en het daar bijbehorende netwerk.”

Welke groei en impact hebben de programma’s gerealiseerd in 2023?

Thom: “In januari 2023 waren nog niet alle programma’s in volle beweging. We hadden elkaar gevonden, maar nog geen echte impact laten zien. Drie programma’s zitten in een groei en ontwikkelfase, het vierde programma’s is inmiddels structureel ingebed binnen Fontys.

Een mooi voorbeeld van een programma waarin echt stappen zijn gezet is inclusieve samenleving. Zij verdienen echt een compliment. De programmateamleden zijn bevlogen. In 2022 zag ik dat ze zich probeerden te verbinden aan de instituten, ze wilden een 0-meting doen over het thema inclusiviteit. Dat bleek niet de juiste weg te zijn. Als je als programma teveel vooruit loopt, raakt je de verbinding kwijt. Ze hebben stug volgehouden en andere manieren gevonden om instituten verder te helpen. Concreet hebben ze bijvoorbeeld Fontys Mens en Gezondheid geholpen met een workshop over stagediscriminatie, een veelvoorkomend probleem bij stages in de zorg.

Als ik even uitzoom, vind ik ook de resultaten van het programma Ageing Society een compliment waard. Het programma is in een afrondende fase en heeft duurzame producten opgeleverd voor de organisatie. Er is veel energie gestopt in het voeren van gesprekken en het zoeken en vinden van collega’s die deel wilden uitmaken van het programmateam. Dat proces ging niet vanzelf, des te knapper is het resultaat. Op Talent4Health ben ik bijvoorbeeld heel erg trots.”

Olivia:Ik ben trots op Diversity Day, die dit jaar plaatsvond op 3 oktober. Alle elementen van ons programma ‘inclusieve samenleving’ kwamen daar samen en er vonden goede, inhoudelijke gesprekken plaats. Er ligt nu een voorstel voor een Fontysbreed IDEAS Office. Daarmee komen we meer in de haarvaten van Fontys, een mooie spin-off van ons programma.”

Marleen: “Als ik het concreet maak en zie hoe we met elkaar hebben geleerd in 2023, dan ben ik trots op onze 96 PW waar studenten, docenten, het werkveld en de maatschappij elke dag met elkaar samenwerken. Dat we zelf ervaren hoe het is om te leren en dat ook concreet maken, ieder vanuit zijn eigen rol en uiteindelijk in de beroepsprofielen van toekomstige professionals. Ook de groeiende learning community inclusiviteit met 83 leden en het bruggenbouwers netwerk zijn voorbeelden van waar we met en van elkaar leren.”

Stephan: “Voorop staat voor mij de bewustwording dat onze PW een goede vorm zijn om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Met integrale samenwerkingen kom je niet tot mogelijke oplossingen voor maatschappelijke problemen. Daar heb je het principe van inclusie voor nodig, in ons geval door de stem van de maatschappij toe te voegen en inclusief samen te werken.”

Hoe zien jullie de toekomst en wat verwachten jullie van 2024?

Thom: “Als directeuren blijven we ook in 2024 onze commitment geven aan de 4 programma’s, we blijven investeren om impact te maken.’

Olivia: “Persoonlijk ben ik blij met het nieuwe programma ‘Technical en Societal impact’ dat we vorm hebben kunnen geven en dat in 2024 van start gaat. Idealiter waren we hier al eerder mee begonnen, want de relevantie van dit programma is zo groot. Mijn wens voor 2024 is dat we de successen van onze samenwerking nog meer gaan delen. We kunnen veel van elkaar leren om zo onze impact for en in society te vergroten.”

Marleen: ”Hoe doe je dat nou, leren hoe je in volwaardigheid samenwerkt zodat ieders talent tot zijn recht komt? Hoe zorg je voor regie over de oplossing? Dat onze studenten en wijzelf als organisatie hierin erkend en herkend worden? In die vraag bijten we ons ook in 2024 weer vast. Al onze programma’s spelen daar hun eigen rol in. Zo geeft het programmateam inclusieve samenleving ons tools hoe we praktijk- en ervaringsgericht leren en onderzoeken inclusief kunnen maken. Het lectoraat PW onderzoekt wat ervoor nodig is om transdisciplinair samen te werken en het programma PW houdt zich bezig met de praktische uitvoering, zoals de financiering van een transdisciplinaire PW. Juist in een samenwerking met andere disciplines doe je vaardigheden op buiten je eigen beroepsprofiel. Ik ben ook elke dag aan het leren in mijn rol. Je leert jezelf steeds een beetje beter kennen en dat voelt kwetsbaar. Maar juist in die kwetsbaarheid zit groei. Durf uit je eigen schaduw heen te stappen en ga het land van niet weten in. Zodat de duizenden professionals van de toekomst deze vaardigheden meenemen in de rest van het werkzame leven. Dat is pas verschil maken!”

Stephan: “Ik hoop dat we in 2024 Fontybreed meer verbinding krijgen. We hebben die interne ondersteuning echt nodig en dat is soms lastig door de complexiteit van de organisatie. Ook denk ik dat andere Fontysbrede programma’s van ons kunnen leren en kunnen profiteren van de route die we hebben uitgezet met onze PW. We werken ernaar toe dat onze transdisciplinaire PW gaan functioneren binnen het regulier onderwijs. Nu is participeren in een transdisciplinaire PW er vaak bovenop, maar het zou ‘in plaats van’ moeten zijn. Niet klassikaal leren en zelfstandig onderzoeken, maar van elkaar leren en samen onderzoeken in een transdisciplinaire PW. Om dat voor elkaar te krijgen moeten we als Fontys herijken in de breedste zin van het woord.”

Tekst: Kim de Veer

Publicatie: 7-3-24 Fontys Nieuws